Ik zie altijd en overal mooie vormen en patronen in de natuur en het landschap om me heen. Met sommige daarvan ga ik aan de slag. Door de vormen en patronen uit hun natuurlijke context het halen, isoleer ik ze. Vervolgens onderzoek ik wat ik er verder mee kan of wil om een mooi en bijzonder beeld te creëren.
Verwonder je over wat je ziet
Uiteindelijk moet het werk bij mij een vorm van betovering of verwondering oproepen. Ik moet vreugde of een vorm van dankbaarheid voelen om verder te kunnen met het onderzoeken van de vormen.
Lang niet alles waar ik mee begin, wordt ook een verkoopbaar kunstwerk. Soms blijft het voor altijd in de idee-fase. Soms ga ik na een lange tijd weer mee aan de slag.
Ik laat de mate van abstractie afhangen van het onderwerp. Abstractie is bij mij geen doel op zich; wel het overbrengen van de bijzondere eigenschappen van hetgeen ik gezien had, van mijn oorspronkelijke uitgangspunt.
Verstilling
Het beeld in het landschap of de natuur waarmee ik begin, is altijd een moment opname: ik was op dat moment op die plek en iets viel me op. Ik zet het moment stil in een omgeving die natuurlijk altijd in beweging is. Dat stil zetten zie je ook terug in het uiteindelijke kunstwerk: mijn werk heeft altijd wat van verstilling in zich. Vooral het werk van de laatste jaren.
Ik wil de schoonheid, het magische van de wereld om ons heen laten zien. Dat kan ook iets heel kleins zijn. Mijn eigen stadstuintje is een bron van inspiratie.
Daarnaast experimenteer ik graag met het hergebruik van glas. Wat gebeurt er als ik glazen gebruiksvoorwerpen weer terug smelt tot hun essentie?