Ik ben al een half jaar geïnspireerd door scheuren in hout. In mijn vorige blog over mijn avonturen aan de Academie van Arendonk, schreef ik daar al over. (En toen gebeurde het toch…..9 januari 2017).
De stap van ‘iets mooi vinden’ en ‘weten dat ik met iets wil werken’ naar ook daadwerkelijke actie, is voor mij altijd moeilijk. Net zoals het moeilijk is om nu te beschrijven hoe dat proces gaat.
Bij dit project zijn de genomen stappen, achteraf gezien, erg duidelijk. In deze blog ga ik je mee te nemen in dat proces.
Ik start met het in de vingers krijgen van het beeld.
Door de foto’s te bewerken op de computer, gewoon heel simpel met Picasa, probeer ik de ruis weg te halen. Ik ga op zoek naar de vorm die me aantrekt. Wat is het precies, dat ik zo mooi vind? Dat gaat lekker snel op de computer: filtertje hier, kleurtje versterken daar……
Vaak denk ik in het begin dat deze stap al genoeg is. Ik vind de gemaakte bewerkingen mooi! Niks meer aan doen.
Toch gaat het na een paar foto’s altijd kriebelen: het resultaat gaat steeds meer op elkaar lijken en overal is wel wat mis mee.
Terug naar het ouderwetse handwerk.
Met zowel de bewerkte foto als de originele foto erbij, ga ik de vormen die me aanspreken, schetsen. Ik kan helemaal niet zo goed tekenen, maar ik vind dat het erbij hoort. Frustraties alom, tijdens dat tekenen, maar je krijgt wel heel goed de vorm in je vingers. De beweging van je potlood, je hand en je arm slijten erin.
Ook deze stap duurt meestal niet zo lang. De frustratie krijgt de overhand. Ik kan gewoon niet met potlood en papier de vertaling maken. Tegelijkertijd kan ik ook niet goed beschrijven wat ik wel precies wil met die scheuren……….

Dat is meestal het moment dat ik het project niet meer zie zitten.
Dat is tegelijk ook meestal het moment dat ik ‘uit mijn hoofd’ ga en gewoon ga doen! Ik kom ‘toevallig’ een materiaal tegen of ik ‘loop tegen een idee aan’ en besluit een laatste poging te doen, voordat ik het project uitstel (lees: opgeef). Dit sluit mooi aan bij mijn blog over inspiratie die ik vorige week schreef: het lijkt of ik plotseling de inspiratie uit de lucht kan plukken. (Inspiratie. Wat is dat eigenlijk? 31 januari 2017)
Ik schijn dit moment nodig te hebben. Ik heb ondertussen geaccepteerd dat ik eerst een aantal pogingen nodig heb, voordat ik tot de werkelijke kern kom. In het begin van mijn specialisatie jaren aan Arendonk, schreef ik hier ook al eens over. Het is dus nog niet veranderd! (Help! Mijn linker hersenhelft is aan! Oktober 2014)
Bij dit project kwam ik zomaar weer een stapel zwart papier tegen in mijn atelier. En wist ik daardoor ook ineens weer dat ik heel mooi grijs papier had.
“Als ik de vormen eens gewoon ga uitsnijden?”
Met het snijden van papier krijg je hele strakke lijnen, je hebt grote vrijheid in de vorm omdat het mesje bijna net zo goed stuurbaar is als een potlood. De kleur grijs van het papier paste daarnaast ook heel goed bij mijn eerste bron van inspiratie voor dit project: het vergrijsde hout van onze tuintafel.
En zie daar! Daar ontstond ineens hetgeen waar ik naar op zoek was: de mooie vormen die, los van de context waarin ze ontstaan waren, een eigen leven kregen. Een eigen identiteit, spanning en vrijheid.
In eerste instantie volgde ik zoveel mogelijk de vorm van de scheuren die ik gefotografeerd had. Later werd ik steeds vrijer: strakke vormen in mat zwart op een ‘levende’ ondergrond van warm grijs.

De vormen werden abstracter.
Het aantal elementen op het vlak werd minder. Tot er één zwart lijntje op het grijze vel stond. Ik had niet gedacht dat ik ooit zo abstract werk zou maken. De vorm is organisch gebleven. Het matte zwarte papier is verre van organisch, maar de ondergrond weer wel. Gezamenlijk ontstaat er een beeld, waarbij de leegte mee gaat spelen, waar ruimte is voor de toeschouwer om het zelf aan te vullen.
Elk werk heeft zijn eigen spanning, zijn eigen kwaliteit.
De gemene delers zijn de leegte, de diepte van het zwart op het grijs en de organische vorm die heel aards aandoet. De werken zijn mysterieus en meditatief geworden. De naam ‘scheuren in het hout’ voldoet niet meer.
De “Spelonken” zijn geboren! Aan mij de taak om ze te laten groeien en te ontwikkelen.

